Last Updated on juni 3, 2022 by Léon Polman

Op mijn werkkamer heb ik onder andere de spreuk hangen: ‘Denken is zo buitengewoon vermoeiend dat velen de voorkeur geven aan oordelen’. Toen ik deze spreuk ooit tegenkwam intrigeerde deze mij meteen zodat ik het op een papiertje heb genoteerd om mezelf bewust te maken (oordeel) minder snel een oordeel te vellen. Ik kan je vertellen dat dat best lastig is, omdat ik snel geneigd was en soms nog ben te oordelen.

De bedenker van deze spreuk is Otto Weiss, een Tsjechisch-Joodse schrijver die leefde van 1898 – 1944. Ik schrijf deze blog rond 4 en 5 mei en met het zien van het sterfjaar dan vrees ik het ergste met een Joodse schrijver. En ja, Otto Weiss is vermoord in Auschwitz. Eerder was hij met zijn vrouw en dochter gedeporteerd naar Theresienstadt, waar hij als verjaardagscadeau voor zijn vrouw de novelle ‘And God Saw That It Was Bad’ schreef. In deze novelle komt God in de hoedanigheid als mens genaamd Aaron Gottesman op ‘bezoek’ om polshoogte te nemen hoe het er allemaal aan toegaat in het kamp. Het schijnt een bijzonder boekje te zijn, niet alleen vanwege het boeiend geschreven verhaal, maar ook omdat bij de deportatie van Weiss naar Auschwitz, het door een medegevangene in een muur is verstopt en na de oorlog is teruggevonden en aan zijn vrouw en dochter, die de oorlog overleefden, is gegeven.   

Terug naar het ‘oordelen’

Hoe makkelijk is het om te (ver)oordelen of hoe lastig is het om er niet in meegezogen te worden? Hoeveel en vooral ook vaak negatieve oordelen heb ik wel niet per dag of hoeveel negatieve oordelen kom ik wel niet tegen in de krant, social media en in de interactie met elkaar? Natuurlijk heb en zie ik oordelen die positief zijn, die zijn volgens mij in de minderheid of blijven mij minder bij. Net als veel andere mensen heb ik heb vaak (negatieve) oordelen over mijzelf: ‘ik ben lui’, ‘ik ben niet goed genoeg’, ‘ik heb me onvoldoende voorbereid’, etc. Maar ook over anderen: ‘hij/zij maakt zich er gemakkelijk van af’, ‘wat een eikel’, ‘geen verstand’, ‘wappie’, ‘woke’, etc. Die laatste gebruik ik minder vaak omdat ik door bepaalde groepen (wederom oordeel) waarschijnlijk daartoe gerekend wordt. Net zoals mijn zoon mij een ‘boomer’ noemt.

Polariserend

Wellicht denk je nu: zo’n etiket is toch handig, want dat stelt ons in staat ons snel tot elkaar te verhouden. En uit wat ik zie blijkt toch dat die persoon een … is. En vaak kun je er ook nog (slechte) grappen over maken en dat is toch ook hartstikke leuk? Ja, en toch wringt zich daar de schoen want in mijn overtuiging kan dat leiden tot meer polarisatie.

Laat ik een voorbeeld geven van zo’n grap: recent komt deze foto voorbij op facebook:

Een van de commentaren onder de foto luidt ‘In de ’tuin’ van een wappie in een achterstandswijk’. In de verdere commentaren ging men verder los. En ja, ook mijn vooroordelen werden hiermee weer een beetje bevestigd.

Inhoudelijk ben ik het verre van eens met wappies en complotdenkers. Toch weet ik wel één ding zeker: als we op deze manier met alleen inhoudelijke argumenten elkaar proberen te overtuigen van ons eigen gelijk, de ander belachelijk maken en ons niet in de ander kunnen of willen inleven, we niet dichter bij elkaar komen maar nog meer van elkaar verwijderen.

Hoe dan wel?

Een manier om die polarisering te verminderen en weer verbinding aan te gaan is door middel van Geweldloos Communiceren van Marshall Rosenberg. Centraal hierin staat empathie, voor jezelf én voor de ander. En vanuit die empathie luisteren naar elkaars behoeften in plaats van oordelen en willen overtuigen. Rosenberg heeft een model ontwikkeld om vanuit 4 stappen naar meer verbinding te komen:

Stap 1: Waarnemen

zonder oordeel of interpretatie; observeer en blijf bij de feiten

ik zie …, ik hoor …

Stap 2: Voelen

geef uiting aan je gevoelens als reactie op de feiten

ik voel me daarbij ….

Stap 3: Behoeften

communiceer je behoeften, doordat je je gevoelens uit, toon je je kwetsbaarheid en zet je de toon van een gesprek. Je gevoelens zijn de bodes van je behoeften.

ik voel me …. omdat ik behoefte heb aan …

Stap 4: Verzoek

Doe een verzoek op basis van je behoeften, met respect voor de ander, een verzoek of wens

zou je …. willen doen?

De crux zit hem in het nieuwsgierig zijn naar de ander en empathisch in gesprek gaan door goed te luisteren en samen te vatten, waarbij bovenstaande stappen je kunnen helpen. Wanneer je oordelen, interpretaties of kritiek hoort bij de ander, deze te vertalen naar gevoelens en behoeften. En te checken of die correct zijn. Daarbij hoef je nog niet de ander gelijk te geven in zijn of haar mening, maar doe je je best om het standpunt te begrijpen.

De-polarisatie

Een voorbeeld van een de-polarisering zag ik in de laatste aflevering van ‘Het jaar van Fortuyn’, waarin Pim Fortuyn en Ad Melkert in het hoofd van Mat Herben een imaginair gesprek hebben en elkaar voor het eerst als mens zien en ook overeenkomsten zien. Ondanks de verschillen in opvatting en stijl, ontstaat er een normaal gesprek, zonder elkaar te veroordelen, over de vele ontevreden mensen die zich met name afkeerden van de gevestigde politieke partijen in het algemeen en de PvdA in het bijzonder. ‘Melkert: ‘Hoe ontevreden je ook bent, om je nu echt tegen het systeem te keren…’ Fortuyn: ‘Niemand keert zich tegen het systeem, Ad. Ze willen er juist onderdeel van zijn’.’

Dat sterkt mij in het idee dat we nog meer aan de slag moeten. Nog ‘harder denken en doen, en minder oordelen’ om met Weiss te spreken. Om in onze families, clubs, organisaties en gemeenschappen dit nog verder op te blijven pakken en in dialoog te blijven. Niet alleen te kijken naar de verschillen, maar juist naar de overeenkomsten! De stappen van geweldloos communiceren kunnen daarbij helpen. Het zou toch mooi zijn om ooit in vrede met elkaar te leven en te werken! Helpen jullie mee?

Deel op LinkedIn

LinkedIn

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer inspiratie