Last Updated on juni 22, 2023 by Tara Vester
Het concept duurzaamheid kwam op eind jaren ‘80, begin jaren ‘90 en ondertussen is het woord niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. We lezen in de krant dat bedrijven verantwoordelijk worden gehouden voor hun uitstoot, op TV zien we dat mensen zich aan allerlei dingen vastplakken zoals de A12 en de talkshowtafel van Beau, en we krijgen zelf minstens drie pushberichten van aanbiedingen voor zonnepanelen per week: duurzaamheid is overal.
En gelukkig is het overal, want door de grootschaligheid van het klimaatprobleem is de duurzaamheidtransitie de meest complexe collectieve uitdaging waar we ooit als samenleving voor hebben gestaan. Het overstijgt organisatie- en landsgrenzen en vraagt snel actie in zowel ecologische, sociale en economische systemen. Dan is het maar goed dat duurzaamheid steeds meer besproken wordt en we steeds meer in actie komen, maar dat zegt niet dat de duurzaamheidtransitie makkelijk is.
Grip krijgen op verduurzaming
Om een beetje grip te krijgen op hoe wij met z’n allen het beste kunnen omgaan met verduurzaming deed ik onderzoek naar bedrijven in Nederland die vooroplopen op het gebied van duurzaamheid. Ik vroeg wat duurzaamheid voor hen betekent. Iemand zei “Duurzaamheid is goed doen voor de wereld van morgen in de breedste zin die er is.” Klinkt heel mooi en het is moeilijk om het oneens te zijn met de intentie achter deze uitspraak, maar hoe vertaal je dit nou concreet naar organisaties? Waar moet je beginnen? Daarom wordt duurzaamheid regelmatig ervaren als groot, ingewikkeld en allesomvattend.
Duurzaamheid is niet alleen technisch
Het gaat aan de ene kant over het verminderen van CO2 uitstoot en afval, met de bijbehorende, steeds ingewikkelder wordende technische berekeningen en richtlijnen. En aan de andere kant, wat we in het resultaatgerichte Nederland nog wel eens vergeten, gaat het ook over het scheppen van een duurzame (organisatie)cultuur waar mensen leven en werken onder gezonde (arbeids-)omstandigheden. En dat laatste is spannend, want begrippen als inclusiviteit, (mentale) veiligheid en gezondheid zijn moeilijker in cijfers te vatten en er ligt vaak nog een taboe op. Dat maakt erover praten ook lastiger, of gewoon eng.
Achter taal gaat een wereld van cultuur schuil
De zoektocht naar de juiste woorden ken ik persoonlijk maar al te goed. In 2016 ben ik namelijk afgestudeerd als deskundige Japanse taal en communicatie. Daar leerde ik dat taal niet alleen een manier is om te communiceren, maar dat taal de toegangspoort is naar een andere kijk op de wereld en belevingswereld. Zoals Karl Albrecht zo mooi samenvatte: “Verander je taal en je verandert je gedachten”.
Gezelligheid in een ander licht
Een voorbeeld: probeer het woord “gezelligheid” maar eens uit te leggen aan iemand die alleen Engels spreekt. Bij benadering zullen er woorden als cozy of fun worden gebruikt om gezelligheid te beschrijven, maar pas als de culturele context bekend is zal iemand het voélen. Om het te demonstreren neem je hen een cultureel dagje mee naar de Efteling: heel gezellig! Maar de dokterspost, omdat zij hun enkel hebben verzwikt tijdens het rennen naar de Vliegende Hollander, nee dat is niet gezellig. Het troostijsje daarna is het dan weer wel, en gelukkig schijnt de zon: wel zo gezellig. Zo is de ervaring van het woord gezellig veel rijker dan het woord zelf. En als je dat dan extrapoleert naar alle woorden en woordcombinaties die onze taal rijk is, tja, dan is het niet gek dat een nieuwe taal leren tijd kost.
Verduurzamen begint bij het spreken van een nieuwe taal
Zodoende realiseerde ik me dat alle transities waarin je naar een nieuwe, onbekende situatie gaat, vragen om het spreken van een nieuwe, gezamenlijke taal. Het is niet gek dat we soms nog verward zijn over verduurzaming en vage woorden als duurzaamheid, inclusiviteit en circulaire economie. We zijn simpelweg nog bezig die nieuwe taal te leren! En het zoeken naar woorden voelt vaak nog ongemakkelijk. Maar net als met elke andere taal, helpt het om te blijven oefenen, en vragen te blijven stellen. Dat wordt ook duidelijk als je naar de duurzame rolmodellen uit mijn onderzoek kijkt. Ze doen namelijk een aantal concrete dingen waardoor zijzelf en de mensen om hen heen in staat worden gesteld om deze nieuwe duurzame taal te leren. Hun taal voldoet aan drie voorwaarden: het is persoonlijk, begrijpelijk en betrouwbaar.
Duurzaamheid is persoonlijk
De rolmodellen passen hun taal bewust aan op de doelgroep waar ze mee in gesprek zijn. Vertalen is hier belangrijk, en dan bedoel ik niet alleen het letterlijk vertalen van woorden naar een andere taal, maar juist het vertalen van de betekenis naar het wereldbeeld van de doelgroep. Zo nemen de rolmodellen bijvoorbeeld elke vergadering 15 minuten de tijd om te checken of iedereen het “over hetzelfde heeft” alvorens de diepte in te duiken. Door je eigen woorden te zoeken om een concept te beschrijven, kun je je makkelijker verbinden aan de betekenis en de noodzaak erachter. Dit kost even tijd, maar scheelt veel gedoe achteraf.
Duurzaamheid is begrijpelijk
Conceptuele woorden, zoals het woord “duurzaamheid”, kunnen de verbinding tussen mensen belemmeren. Doordat het simpelweg te vaag is, kunnen we er niks mee en haken we af of hebben er onze eigen beelden bij. Hier bewust van zijn en expliciet vragen welke associaties de deelnemers bij het concept hebben geeft ruimte om verder aan te scherpen. Ook kun je het proberen visueel te maken, meetbaar te maken (in cijfers), het vergelijken met een bepaalde norm (zoals een CO2 footprint), of afzetten tegen iets anders (onze uitstoot is 3 keer groter dan…).
Duurzaamheid is betrouwbaar
Intrinsiek gemotiveerde verduurzamers zijn zeer kritisch. De vraag “wanneer is het goed genoeg” is praktisch hun levensmotto. Het codewoord om hiermee om te gaan is “onderbouwen”. Een minder duurzame afweging is niet erg, mits je kunt uitleggen waarom er nog geen andere (betere) stappen kunnen worden genomen. Dat onderbouwen komt neer op betrouwbaarheid, wat je objectief kunt doen vanuit onafhankelijk gecertificeerde informatie, maar ook subjectief vanuit kwetsbare menselijke taal. Het nog niet weten, maar actie ondernemen om het te weten te komen, doet het vaak beter dan ontkennen dat er überhaupt wat moet gebeuren.
Concreet…?
Of je nu alles hebt gelezen (bedankt!) en nog een concrete afsluiter wenst, of hebt gedacht “hey, ik skip naar het einde want daar vind ik hopelijk een korte versie”, bij deze:
- Taal is een middel om de leefwereld van de ander te begrijpen, niet het einddoel.
- Het is oké dat we de woorden om onze wereld te beschrijven nog niet altijd weten. We leren een nieuwe taal en dat is een continu proces van onderzoeken, afstemmen en creëren. Ja, creëren, want misschien bestaat het woord dat je zoekt nog niet!
- Als je van positieve invloed wil zijn op de verduurzaming van jouw organisatie, gebruik dan persoonlijke, begrijpelijke en betrouwbare taal, zoals in de praktijk getest door jouw collega’s bij trotse voorlopende bedrijven in duurzaamheid.
We helpen organisaties, zowel in de publieke als private sector, om in beweging te komen. Wil je iets binnen jouw organisatie veranderen? We onderzoeken samen met jou wat ervoor nodig is.

Foto: Bruce Tang
1 reactie
Erg herkenbaar Tara. Bedankt voor het delen!