Last Updated on december 4, 2022 by Léon Polman
Gup
Inmiddels ben ik geen beginnend adviseur meer. Met 7 jaar werkervaring op zak kan ik inmiddels best mijn weg vinden. Ik mag mezelf van mijn collega’s niet meer ‘de Gup van Pentascope’ noemen. En terecht. Toch is er iets in mij dat daar geen afscheid van wil nemen. Een Gup is immers gelegitimeerd om het fout te doen. Hoort bij het Gup zijn.
Nu ik steeds meer senioriteit ontwikkel verandert het speelveld. De verwachtingen veranderen. Die van klanten en collega’s. Kwaliteit leveren is geen uitzondering en een gelijkwaardige sparringpartner zijn steeds normaler. En laat ik vooropstellen: daar geniet ik ontzettend van. Wie houdt er niet van goed zijn in haar vak. Ik zeker.
Bijna goed genoeg
De keerzijde is dat ik steeds minder ruimte ervaar om (nog) niet goed genoeg te zijn. Ik zeg bewust ‘ervaar’. Want ik heb zelf grote invloed op deze ruimte. Ik trek me vaak wat aan van de mening van anderen. Onschuldig voorbeeld. Ik ben sinds mijn achtste jaar vegetariër, ik heb nooit moeite gehad met geen vlees eten dus dat gaat al 22 jaar goed. Sinds een tijdje probeer ik steeds meer volledig plantaardig te eten. Vanwege het milieu, maar vooral omdat ik het niet eens ben met hoe we stelselmatig dieren uitbuiten voor ons eigen genot. En dat vind ik moeilijk. Want: kaas ♥. Dus ga ik door het leven als een slechte vegan. Ik eet 90% plantaardig, maar voor kaas maak ik soms een uitzondering. De feedback van anderen is meestal verbaasd, gevolgd door een vaak ietwat kritische opmerking, al dan niet met het woord ‘’hypocriet” erin verwerkt. In de twee jaar dat ik langzaam steeds meer opschuif richting een plantaardig eetpatroon heb ik meer kritiek te voortduren gekregen dan in de 20 jaar ‘perfect’ vegetarisch eten. Terwijl ik objectief véél minder dierlijke producten gebruik. Daar voel ik me slecht bij. Ik krijg het gevoel dat ik tekortschiet, in plaats van waardering te voelen voor mijn effort.
Omarmen
Ook in een werksetting komt het regelmatig voor dat ik (naar mijn eigen standaarden en/of die van iemand anders) tekortschiet. Omdat ik te druk ben en niet mijn volle aandacht aan iets kan geven. Omdat ik, ondanks dat ik mijzelf rap ontwikkel, nog niet op het niveau ben dat de situatie nodig heeft. Omdat de omgeving iets verwacht wat ik (nog) niet kan bieden. En daar zit ik mee. Zoals in eerdere blogs toegegeven, ik ben een perfectionist. Ik doe liever graag gewoon alles goed. Mijn rationele brein weet dat dit een utopie is en accepteert dat het soms gewoon mis gaat. En bedenkt ook wel dat het leven anders oersaai zou zijn. De meest constructieve manier om hiermee om te gaan is om het te omarmen.
Dubbel pret
Recent realiseerde ik me dat ik ook dat ‘omarmen’ tot norm heb verheven. In mijn ideaalbeeld zit er een soort boeddha in mijn hoofd. Eentje die als het dat fout gaat mij vergevingsgezind een aai over de bol geeft en zegt: “volgende keer beter, gup”. En ik die dan, vrij van negatieve gevoelens, vrolijk opnieuw begin. Als je echt verlicht bent, kun je alles hebben. Zoiets. Klinkt ideaal toch?
Je voelt het probleem aankomen. Dat lukt niet. En wat doet het hoofd van een perfectionist vervolgens? Balen natuurlijk. Want het is misgegaan en ik kan er niet eens constructief mee omgaan. En dan mislukt het dubbel. Ik ervaar heel veel weerstand tegen mijn eigen gevoel, ik mag niet balen en daardoor baal ik dubbel zo hard.
Storm
Nu denk je wellicht, dat is super logisch. En dat is zo. Toch was dit een van mijn belangrijkste inzichten van dit jaar. Boven op een idyllische heuvel in Zuid-Limburg tijdens een meditatieve ademhalingsoefening, die voor mij totaal mislukte, was ineens dat moment dat ik dacht: ik kan dit niet en ik voel me een sukkel. En dan vind ik erg. Gevolgd door een bevrijdend gevoel van zelfacceptatie. Ik vind dit erg! En dat is oké! Ik ben geen monnik, ik ben een storm. En die moet eerst uitrazen voor het weer mooi weer wordt.
Soms ben je niet goed genoeg. Dat vind ik super erg. En dat is prima.

1 reactie
Op de rimpelloze vlakte van het vlekkeloos bestaan kan het plotseling gaan waaien ook al wil je er niet aan…