Last Updated on oktober 3, 2020 by Léon Polman
[vc_row content_alignment=”text-center” content_two_alignment=”text-left” module_animation=”” title=”Henk Pieter Bouma” subtitle=”” main_content=”” read_more=”box” more_show=”permanent” readmore_style=”read-more-1″ readmore_text=”More info” icon_type=”custom” select_icon=”dfd_icons” ic_dfd_icons=”dfd-socicon-paper” main_style=”style-2″ main_layout=”layout-2″ link=”url:https%3A%2F%2Fwww.pentascope.nl%2Fhenk-pieter-bouma|||” undefined=”” icon_image_id=”21653″ icon_size=”60″ border_radius=”30″ title_font_options=”tag:div” icon_bg_size=”60″ hover_border_radius=”60″ background_color=”#ffffff” hover_background_color=”#ffffff” content_only_hover=”” extra_features_elements_heading=”” tutorials=”” readmore_show=”” icon_number=”” icon_number_text=”” number_color=”” number_bg_color=”” icon_text=”” icon_color=”” text_icon_font_options=”” text_icon_use_google_fonts=”” text_icon_custom_fonts=”” border_color=”” hover_border_color=”” border_width=”” title_t_heading=”” use_google_fonts=”” custom_fonts=”” subtitle_t_heading=”” subtitle_font_options=”tag:div” content_t_heading=”” font_options=”” title_responsive=””][vc_column width=”3/6″][dfd_info_box title=”Gijs van Bilsen” subtitle=”” main_content=”” read_more=”box” icon_type=”custom” main_style=”style-2″ main_layout=”layout-2″ link=”url:https%3A%2F%2Fwww.pentascope.nl%2Fwie-zijn-wij%2Fhttps%3A%2F%2Fwww.pentascope.nl%2Fwie-zijn-wij%2Fgijs-van-bilsen” undefined=”” icon_image_id=”21645″ icon_size=”60″ border_radius=”30″ title_font_options=”tag:div” icon_bg_size=”60″ hover_border_radius=”60″ background_color=”#ffffff” hover_background_color=”#ffffff”][dfd_spacer screen_wide_spacer_size=”20″ screen_normal_resolution=”1024″ screen_tablet_resolution=”800″ screen_mobile_resolution=”480″][vc_column_text]Op het moment van schrijven bereid ik een lezing voor over ‘spelen in de crisis’. Toen de c-crisis begon, heb ik samen met mijn collega’s Kathalijn en Léon een Online Escape Room gemaakt. Nu we elkaar weer op gepaste afstand mogen zien, zijn we gevraagd om over ‘spelen in de crisis’ te komen vertellen op ‘Het Grootste Kennisfestival van Nederland’. Ontzettend leuk, maar wat gaan we daar doen?
Recent was ik, als bezoeker, op een ander festival. Een ‘humorfestival’ in de Brabanthallen. Het festival begon met een podiumdiscussie over Brabantse humor. ‘Bestaat het?’ De één zei van wel, de ander zei van niet. De één zei ‘Ik als Brabander denk…’ en de ander zei ‘Ik als Amsterdammer denk…’.
Professor of verwonderaar?
Al vrij snel maakten de sprekers een onderscheid gemaakt tussen de ‘Randstad-cabaretier die komt vertellen hoe de wereld in elkaar zit’ en de ‘Onder-de-rivieren-cabaretier die ook niet precies snapt hoe de wereld in elkaar zit’. Het verschil tussen Youp die zijn mening geeft over… praktisch alles, en Ronald Goedemondt die in de knoop zit met zijn stofzuiger. De dominante boventoon versus de underdog. De orerende professor versus de vriendelijke verwonderaar.
Ja, zo’n discussie vind ik natuurlijk interessant. Hoewel ik ben op gegroeid in de Randstad, voelt Den Bosch als ‘thuis’. Ik ben er geboren en mijn familie komt er vandaan, collega’s weten dat ze met Carnaval geen afspraken met mij hoeven te plannen. Maar feitelijk gezien speelden mijn eerste achttien jaar zich in de buurt van Rotterdam af. Ik ben een Randstadbrabo.
Ik denk niet dat regiocultuur jouw sprekersidentiteit bepaalt. Ik denk wél dat er stijlen zijn, die beïnvloed worden door je achtergrond. Als er stijlen zijn, dan betekent dat ook dat er stijlkeuzes zijn. Dus als ik straks zelf een lezing geef, hoe wil ik dat dan doen? Als de Randstadprofessor, zeker van zijn zaak met een duidelijk punt? Of als de Brabantse verwonderaar, samen met het publiek het leerpunt ontdekken?
Spelen in crisis
De lezing gaat over spelen in de crisis. Volgens wetenschappelijke literatuur zijn er vier kenmerken van spel:
- Spelen gaat gepaard met plezier en betrokkenheid.
- Spelen gebeurt vrijwillig: het gaat om niet-verplichtende bezigheden en de speler kiest deze zelf.
- De speler neemt in belangrijke mate zelf het initiatief om te gaan spelen en om dat te blijven doen zolang het boeit of zolang hij daarvoor de kans krijgt.
- Spel dient geen extern doel, de speler is gericht op het proces van het spelen
Bij Pentascope maken we dingen die niet helemaal voldoen aan deze definitie. We ontwerpen namelijk Serious Games. En dat woordje ‘serieus’ heeft juist als kenmerk dat er wel een extern doel is: Een leerdoel. En daar zit nu ook net het dilemma voor de lezing.
Als ik een lezing instap vanuit de ‘verwonderaar die het ook niet weet’, dan ga ik spelen. Ik weet niet precies waar ik samen met het publiek op uitkom, maar het wordt vast leuk om dat samen te ontdekken. Als ik een lezing instap vanuit de ‘professor met een duidelijk punt’, dan ga ik les geven. Mijn persoonlijke voorkeur ligt bij de verwonderaar, maar het is toch ook wel erg fijn om vooraf zekerheid te hebben over de inhoud.
Ik heb dus de neiging om een lezing voor te bereiden alsof het om het spelen en het proces gaat, maar stiekem alles zo in te richten dat de uitkomst vast ligt. Zo bouw ik de veiligheid in dat het publiek waar voor z’n geld krijgt. Op dat humorfestival zouden ze zeggen; ‘Ja! Duidelijk een Randstadbrabo.’
Wat doe jij?
Op het moment dat je deze blog leest, hebben Kathalijn en ik de lezing ‘spelen in de crisis’ inmiddels gegeven. Vraag vooral eens aan ons, of nog beter, aan ons publiek van ‘Het Grootste Kennisfestival van Nederland’ welke keuze we uiteindelijk hebben gemaakt.
En jij? Wat doe jij meestal als je een boodschap over brengt? Ligt jouw focus al spelend op het proces of al docerend op het resultaat? Laat het vooral even weten in de reacties.[/vc_column_text][dfd_spacer screen_wide_spacer_size=”40″ screen_normal_resolution=”1024″ screen_tablet_resolution=”800″ screen_mobile_resolution=”480″][/vc_column][vc_column width=”1/6″][/vc_column][vc_column width=”2/6″][dfd_single_image image=”23879″][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”1/6″][/vc_column][vc_column width=”2/6″][/vc_column][/vc_row]
2 reacties
Beste Gijs, ik denk dat ik je dilemma tussen spelen en doceren begrijp. En je oplossing om beide te combineren. Los van het andere dilemma (hoe maak ik reclame voor de zaak en mijzelf en blijf ik daarbij volledig authentiek), zou dilemma en oplossing wellicht niet ook liggen in dat ene versje; mijn spelen is leren, mijn leren is spelen, maar waarom zou mij het leren vervelen?’ Strikt genomen voldoet volgens je eigen kenmerken niet aan de definitie van een spel; serious gamen is heel duidelijk gericht op leren. Maar is de definitie wel correct? Intrinsiek gemotiveerd zakendoen valt er nu – mi deels onterecht – onder en alle serieus beoefende sporten ook. Ik mis in ieder geval ‘regelgeleidheid’ en ‘zekere mate van bedachtheid/artifialiteit’. Volgens de Wittgensteiniaanse definitie van definitie (n.b. de ‘spel definitie’ want toegelicht aan de hand van definitie van spel) gaat het niet om noodzakelijke en voldoende voorwaarden, maar om een cluster van eigenschappen, die vaak wel, maar soms niet aanwezig zijn, dus het feit dat er een extern doel aanwezig is, hoeft serious gamen niet te declassificeren als spel. En wat het wel als spel kwalificeert is dat het behalve leerzaam (serious) ook heel leuk is (gaming)! Einde dilemma wat mij betreft.
Dick R.
P.S. Ook jouw column en mijn antwoord zijn games that people play! Dus laat ik vragen: En… hoe hebben de deelnemers je lezing ervaren; leuk en/of leerzaam?
Dag Dick,
Dank voor je mooie reactie! En leuk om n.a.v. je reactie ook wat meer te lezen over Wittgenstein. Mooi dat je het dilemma zo mooi opheft en de vraag daarmee ‘oplost’.
Hoe de deelnemers het uiteindelijk hebben ervaren is inderdaad het belangrijkste. En wat we uiteindelijk gedaan hebben, is met 1000 ballenbakballen die we de zaal ingooiden (zodat de deelnemers coronaproof toch konden spelen) de aanwezige mensen juist het verschil tussen vrij spelen en gericht spelen (werk nu samen om alle ballen weer terug in de doos te krijgen) laten ervaren. Wat we daarvan terugkregen was dat de lezing daarmee zeker leuk EN leerzaam was!